Machu Picchu

13 december 2017 - Urubamba, Peru

Lieve mensen,

Eén geluk: het is nog laagseizoen, dus zal het niet overvol zijn in het park Machu Picchu, zo vertelt de gids. Dat blijkt al uit de korte wachtrij bij de entree. Waar ik verwachtte in een groep  van maximaal 12 personen door het dorp begeleid te worden, heb ik de onverwachte luxe van een goed engels-sprekende privé-gids: als compensatie voor de teleurstelling m.b.t. de boeking! Toch erg aardig en attent.

Bij de eerste aanblik van Machu Picchu, de Verloren Stad met de majestueuze eeuwenoude ruïnes overvalt je een onwerkelijk gevoel. Wat is er zo bijzonder aan Machu Picchu? Het idee dat deze stad, bovenop een bergtop en diep in de jungle in de binnenlanden van Peru, door mensenhanden is gebouwd is al indrukwekkend. De massieve rotsblokken zijn hand voor hand naar boven gebracht om er een stad voor de Inca´s te bouwen. Voeg daarbij het unieke uitzicht met de vele, in goede staat verkerende ruïnes, het heldere groen van de jungle, de reusachtige bergtoppen met traag kauwende llama´s en je hebt een onvergetelijke ervaring. Machu Picchu (Quechua=Machu Pikchu, hetgeen Heilige Stad betekent) is een stad van de Inca´s in de Andes van Peru, gelegen tussen steile bergtoppen van 6.000 meter hoog en de woeste Vilcanota-rivier aan de zuidkant. De stad zelf ligt op 2.400 m. tussen 2 scherpe pieken, in het zuiden Machu Picchu (Oude  Berg) en in het noorden  Huyana Picchu (Jonge Berg) met 800 m. lager de kolkende Urubamba -rivier. De stad was in de Inca-periode enkel te bereiken via een smal pad door de dichte jungle en passage van de rivieren over met de hand gevlochten grasbruggen (huidige Inca-trail). Men neemt aan dat de stad rond 1440 is gebouwd in opdracht van Pachacuti als religieus retraite-centrum, aangezien de bouwstijl uit zijn tiijd is,de laat-Inca-periode en door 750-1200 personen werd bewoond tot de Spanjaarden in 1532 het gebied veroverden. Men heeft dit afgeleid aan de hand van vele magische elementen die er nog te vinden zijn. Een andere theorie is dat de stad gediend heeft als buitenverblijf voor koningen en hooggeplaatsten, aangezien er veel buitenver-blijven zijn en slechts een paar gebouwen voor dienaren. Andere onderzoekers veronderstellen dat het een verdedigingsfort kan zijn geweest, hoewel dit niet zo aannemelijk is doordat de stad door de "verborgen" ligging niet zo goed verdedig-baar was en er bovendien te weinig woningen voor dienaren waren. Na de verove-ring door de Spanjaarden is de stad verlaten; de ware reden hiervoor heeft men nooit kunnen ontdekken.. Er is een religieuze, een militaire en een woonzone waar middenin het ruime, religieuze plein met een perfekte akoestiek: zelf geprobeerd! In de godsdienstige zone staan de tempels voor de zonnegod en de maangodin en tussen deze gebouwen staan de woningen voor de hofhouding. Opvallend is de zonnewijzer, de Intihuatana, die gehouwen is uit de hoogste punt van een steile rots boven de stad. Bij belangrijke gebeurtenissen komt men uit de omliggende dorpen nog steeds rond de rots samen om te bidden en te offeren.

Zoals de meeste prehistorische volkeren kenden ook de Inca´s vele mythen en legenden. Zo geloofden zij dat de plaats tussen de twee bergtoppen (Macchu Picchu en Huayana Picchu) door de cosmos was uitverkoren om er een Heilige Stad te bouwen. De hoger gelegen bergen vormden een tweede "gordel" om deze bijzondere plek. De Urubamba-vallei met rivier werd gezien als een weerspiegeling van de Melkweg (Mayu) en de Vilcanota-rivier lag als een slang om de stad. Dieren speelden so-wie-so een belangrijke rol in de mythen van de Inca´s en in het bijzonder de slang, de poema en de condor die respectievelijk de onderwereld, de mensenwereld en de bovenwereld (Hanan Pacha) verbeeldden. Op een wonderlijke manier lijken deze 3 dieren van nature in de Heilige Stad verwerkt: Huayana Picchu heeft de vorm van de kop van een poema (enkel de ogen zijn extra uitgekapt) die over de stad waakt. In een van zijn poten is een jonge(?) vogel waar te nemen. De stad is aangelegd op een wijze dat de rivier (Vilcanota) er als een slang omheen loopt. In de vorm van het gehele terrein waarop de stad is gebouwd zagen zij een grote vogel met gespreide vleugels, de condor, die opvliegt naar de Mayu, de Weg van alle Begin. Op zijn rug draagt hij een vogel en andere religieuze symbolen van de Andesvolkeren, de boodschapper van de mens naar het eeuwige, het oneindige. Naast deze 3 speelde ook de kaaiman als symbool van arbeid en produktie een grote rol: waarschijnlijk dachten de Inca´s dat dit het oudste dier op aarde was en dat hij heer en meester was over alle rivieren in de jungle. Het gedeelte van de stad dat ingericht werd voor de belangrijkste Inca (Amaru Tupac) is gebouwd in de vorm van een kaaiman die vanuit de Vilcanota-rivier naar de top van de berg lijkt te zijn geklommen. Met enige verbeeldingskracht lijkt het alsof er beweging zit in de vorm van de bouw, teken van aktiviteit. Wonderlijk. Het gehele complex is op een geniale wijze gebouwd tot een harmonisch geheel. Het heeft inderdaad een magische uitwerking als je er doorheen loopt. Ik word er stil van. Het is zo mooi!

Het is wel prettig om het dorp nog eens door te lopen in mijn uppie, om alles nog een keer goed in me op te nemen en door te laten werken. Ook kan ik daarna op mijn gemak naar de Inca-brug, Q'eswachaka (van 2 Quechua-woorden: Q'eswa = vlechten, chaka = brug). Niet bijzonder hoog, wel uniek in de wereld: in de 15de eeuw met de hand gevlochten van speciaal geweven gras, q'oya. Nog jaarlijks worden de oude touwen vervangen door nieuwe, met de hand gevlochten. Deze aloude techniek wordt van generatie op generatie overgedragen; voor het vlechten van de brug zijn ruim 1000 inwoners uit 4 gemeenschappen betrokken. De brug is 1.20 m. breed, 33 m. lang,en hangt 15 meter boven de rivier, 3.600 m. boven de zeespiegel. Helaas is de toegangspoort gesloten en kan ik er dus niet overheen. .... Enkel op afstand bewonderen. Toch indrukwekkend. Terug over een vrij smal pad langs een steile klif met prachtige uitzichten over brug en verschillende gedeelten van de stad, beneden mij oneindige jungle komen me, verrassend, enkele llama´s tegemoet, knagend aan het groen dat hen lekker genoeg lijkt. Ik ben niet bang, zij kunnen echter behoorlijk "spugen" en dat stel ik minder op prijs. Af en toe met mijn rug tegen de rotswand en bukkend voor de scherpe rotspunten kom ik weer veilig in de "bewoonde" wereld. Door naar de Macchu Picchu om die te beklimmen. Doch ook hier al een gesloten hek, jammer. Op de trap een uitgeput (?) jong stel, die mij verzekeren hier niet rouwig om te zijn: het pad is volgens hen gevaarlijk: smal, vol stenen, glad en hij is op handen en voeten naar beneden gekomen. In de tijd die mij nog rest kan ik nog wel naar de Zonnepoort, Intipunktu. Een hele klim, zoals hier niets eenvoudig begaanbaar is: goed opletten waar je voeten neerzet. Hier bereiken de trekkers van de Inca-trail hun eindpunt en gloriemoment: de toegangspoort naar de Verborgen Stad. Het is een prachtige poort met oude tekens en symbolen. Van hieruit heb je een geweldig uitzicht over de oude stad met alle ruïnes, de snel-stromende rivier en het vele groen dat de stad zo lang verborgen heeft gehouden. Het is één lange tocht van bewondering, verwondering en vooral genieten. 

Nadat de Inca´s de stad verlaten hadden, nam de jungle bezit van haar. Al gauw werden de gebouwen overwoekerd door tropische plantengroei. Dit leidde tot de naam "Verborgen Stad". Behalve de Quechua´s uit de omliggende dorpen was niemand op de hoogte van het bestaan van deze stad, die door de Spanjaarden ook nooit ontdekt is. Dit alles verklaart de goede staat waarin het gehele complex in 1911 werd herontdekt door de historicus Hiram Bingham. Deze was al een tijd op zoek naar Vilcabamba, de laatste schuilplaats van de Inca´s, naar aanleiding van gevonden cryptische aanwijzingen door een belangrijke Inca-leider. Tijdens een studiereis voor onderzoek naar Inca-paden in de omgeving van de stad werd hij door een jonge Quechua over moeilijk begaanbare paden naar boven gegidst. In zijn boek "De ontdekking van Machu Picchu" beschrijft hij zijn plotselinge eerste aanblik van de stad en het gevoel dat hem overviel: "als in een droom". Pas in 1913 kwam er meer bekendheid over het bestaan van Machu Picchu, nadat het tijdschrift 'National Geographic' een heel nummer aan de ontdekking ervan wijdde. Unesco nam de stad in 1983 op in de Werelderfgoedlijst. Het is een grote toeristische trekpleister, vooral ook door de inmiddels befaamde Inca-trail. Door de enorme belangstelling voor zowel de trektocht als bezoekers aan het park zijn er sinds een aantal jaren beperkende maatregelen ingevoerd: per dag worden er nog maar een beperkt aantal wandelaars en bezoekers toegelaten in een beperkt aantal uren.

Onlangs is nog vastgesteld dat in 1866 de Duitse goudzoeker en houthandelaar Augusto Berns de stad vond en plunderde, met toestemming van de Peruaanse regering. Hij verkocht de historische schatten aan Europese musea.

Lieve groet, Aggie

.

4 Reacties

  1. Jeannette de la parra:
    6 februari 2018
    Lieve Aggie,
    Fantastisch dat je zo heerlijk alleen met een gids kon ronddwalen in de “Verborgen Stad” en het was maar goed dat het gevaarlijke pad was afgesloten want jij zou wel wat stapjes gewaagd hebben. Lieve groetjes weer.
  2. Hanna:
    7 februari 2018
    Wat een interessant verslag heb je weer geschreven!
    Veel plezier met het volgende deel.

    Groetjes, Hanna
  3. Aafke:
    7 februari 2018
    Wat een mooi verhaal weer Aggie en wat een indrukwekkende reis!
    liefs
    Aafke
  4. Edith:
    10 februari 2018
    Prachtig verslag. Waar haal je de tijd vandaan op deze reis vol belevenissen, om ook nog zo,n prima verslag te schrijven. Veel plezier verder!