Naar Bolivia.

4 december 2017 - Uyuni Salt Flat, Bolivia

Lieve mensen, 

Het is nooit mijn sterkste kant geweest: vroeg opstaan. Toch zit ik ook vandaag weer keurig voor zevenen op de taxi te wachten. Het leven hier begint al zodra het enigszins licht wordt. Vanaf dat moment is de drukte in het verkeer duidelijk hoorbaar. 

David en Jordan, Australiërs, zijn als eerste opgehaald en tot slot sluiten nog 3 jongedames, 2 Australische en 1 Engelse, aan. Aangezien we de komende 3 dagen nogal intensief met elkaar zullen doorbrengen gebeurt het voorstellen al in de taxibus.

Over de Ruta 27 rijden we naar het zuiden, richting de Argentijnse en Boliviaanse grens, een in aanvang nog geasfalteerde weg, die echter al snel overgaat in zand met stenen en kuilen. We zullen stijgen van +/- 2.000 mrt. naar +/- 4.000 mrt. Dat gaat in  een duizelingwekkend tempo en zo bevinden we ons al snel bij de Salar de Atacama, het grootste zoutmeer van Chili dat midden in de Atacamawoestijn ligt. (Een zoutmeer is een natuurlijk ontstaan binnenmeer zonder uitstroomgebied. Doordat het water alleen kan verdwijnen door te verdampen blijven de in het water opgeloste zouten in het resterende water achter. Een zoutpan daarentegen is een kunstmatig aangelegd meer voor de zoutwinning) De Salar de Atacama heeft een oppervlakte van +/- 3.000 km2, is ongeveer 100 km. lang en 80 km. breed. Het meer ligt op 2.300 mrt. hoogte en heeft een zoutgehalte van 5% tot 28%. Het is op 2 na het grootste zoutmeer van Zuid-Amerika. Dit meer is een belangrijke vindplaats van lithium dat al sinds lang gebruikt wordt bij de productie van keramiek en glas. Meer recent is lithium bij ons vooral bekend als grondstof voor batterijen. Door de hoge concentratie en het zeer droge klimaat is het mogelijk om lithium hier goedkoper te produceren dan elders. 

Het meer biedt ons weer een schitterend schouwspel van kleuren in het redelijk vroege ochtendlicht. De lucht stralend diepblauw, de grote verblindend witte zoutvlakte omgeven door de kleurrijke Atacamawoestijn, hoge bergen en vooral veel niet-actieve vulkanen. Ook deze kleuren worden gevormd door de aanwezige mineralen en andere grondstoffen zoals bijv. zilver (nog minimaal vindbaar) en koper. Opgestuwde zouthopen in surrealistische vormen, het is weer oogverblindend. Ik geniet weer volop.  De Licacanbur kunnen we ook nu weer van dichtbij in haar volle glorie aanschouwen. Prachtig die bijzondere vorm van de top. Linksaf, de volgende zandweg vol weerstanden op: naar de Boliviaanse grens. Een verrassing wacht ons: neemt het anders doorgaans minimaal enige uren in beslag om de grens over te gaan, dit is een fluitje van een cent! Na een babbel van de chauffeur met de dienstdoende grenswacht kunnen we doorrijden. De grenspost bij Hito Cajon ligt dan ook in “the middel of nowhere”. En wij gaan verder, het veld in. De bus stopt, chauffeur en begeleider gaan actief aan de slag: een tafel komt tevoorschijn, keurig kleedje er op en er wordt een keur aan allerlei lekkers uitgestald, ons ontbijt in de buitenlucht. Heerlijk. Het heeft zeker iets bijzonders om, net over de grens van Bolivia, in dit kale, onherbergzame landschap de inwendige mens te versterken met een aantal mensen waarvan de meesten elkaar nauwelijks kennen. Elk reisagentschap heeft blijkbaar een eigen herkenbare plek, handig voor de chauffeur/ begeleider die ons komt ophalen. Hij is degene aan wiens handen wij de komende 3 dagen onze ziel en zaligheid zullen toevertrouwen. Onze gids heet Wilson, is Boliviaan en maakt, zoals we later vernemen, deze reis gemiddeld 2 maal per week.  (Let wel: dat betekent heen en weer terug!) In ieder geval ervaren en zeer bekend met de staat van de “weg”. Alleen..... hij spreekt enkel Spaans. Dit levert de toch wel enigszins komische situatie op, dat ik in mijn koeterwaals-Spaans voor tolk mag spelen aangezien de 5 jongelieden geen enkel woord Spaans spreken. Jammer. Zodra de nodige spullen zijn overgepakt en alle backpacks bovenop zijn “verzegeld” stappen we in een stevig uitziende 4-wheel-drive. Op naar veel moois! 

In de voorbije maanden dat ik me op dit continent verplaatst heb d.m.v. de meest comfortabele grote bussen, heb ik al veel bewondering en ontzag gekregen voor de stuurmanskunst van de chauffeurs hoe zij in de meest onmogelijk lijkende situaties zo’n groot vehikel op de weg kunnen houden en zorgen dat wij veilig op de plaats van bestemming komen. Chapeau! Doch waar we ons nu op hebben begeven en de komende 3 dagen zullen moeten doorstaan slaat alles! Een hobbel-de-bobbel-gaten-kuilen-rotsbrokstukken-zandweg. Gelukkig bevinden we ons in de droge periode in dit gebied, met regen is het hier niet begaanbaar. Gelijk een nachtmerrie! Dit ongemak wordt gelukkig redelijk gemakkelijk vergeten door de weer overweldigend mooie natuur waar we (heerlijk op ons gemak; sneller gaat niet!) van mogen genieten: de kleurrijke hoogvlakte, de vele door onwerkelijk mooie kleuren (mineralen en andere delfstoffen) bedekte meren, daaromheen de nog altijd aanwezige woestijn welke in dit gebied zelfs de “Desierto de Dali” heet. Liefhebbers kunnen later op de dag “verkoeling” zoeken in een natuurlijk thermaalbad met een temperatuur van meer dan 38oC. Na de door Wilson bereide en voortreffelijk smakende lunch is er nog een stop bij de “Geiser Sol de Manana” om vervolgens op weg te gaan naar het bekende en spectaculair wondermooie Laguna Colorado, een van Bolivia’s meest geïsoleerde schoonheden. De naam zegt het al: meer van de kleuren. Niet alleen is het meer gigantisch en speelt de zon weer met het door rode alg gekleurde water, de aandacht gaat vooral ook uit naar de aanwezige watervogels: verschillende soorten bijzondere eenden, futen(??) en bovenal de flamingo’s. De zeldzame James-flamingo’s leven en broeden hier, samen met de Chileense flamingo’s en de Andean-flamingo’s. Wel honderden, een prachtig gezicht! De oever van het meer is bedekt met brokstukken gips en samengeklonterd zout hetgeen een sneeuwwit contrast geeft tegen het vlammend rode water. Zo mooi.

Onze eerste nacht brengen we door op 3.800 mrt. hoogte in een zeer kleine pueblo: Pueblo de Villamar. Het hostel heeft een aantal grote slaapzalen met 1 lichtpunt en geen ventilatie, een primitief aangelegde douche zonder licht(!) (voor gebruik van een warme douche betaal je 10 bolivianos extra, doch dat wil je echt wel na zo’n reis en op die hoogte tussen de bergen, want daar koelt het flink af) en een erg grote eetzaal. Zeer basic dus. De aanwezige dames dragen de traditionele Boliviaanse kledij: wijde rok met een helder gekleurde onderrok.  De was gebeurt heus in een grote teil op de grond en de “dienstdoende” dame zit in hurkzit. Knap hoor. Wie onze maaltijd heeft bereid, is niet duidelijk; het smaakt prima.  Zodra de duisternis invalt, wordt het rustig op straat en ook rondom het hostel. Wij blijven nog wat napraten, doch omdat we morgenochtend bijtijds paraat moeten staan besluiten we ook plat te gaan. Ik lig heel “strategisch” tussen de 2 jongens en de 3 meisjes in, blijkbaar zo bedacht door de meiden. Door de hoogte is slapen lastig: het ademen gaat niet zo gemakkelijk en het is warm binnen. Ook Jordan slaapt onrustig, heeft blijkbaar ook moeite om te wennen aan de hoogte.

We vervolgen onze weg, langs vulkanen, door de onmetelijke woestijn met haar prachtig gekleurde meren waarin talloze watervogels een welkom en vredig heenkomen vinden, modderbaden /-geysers, heetwaterstroompjes en de door wind geërodeerde rotsen, rustig over de weg die je naar onze normen eigenlijk geen weg kunt noemen. Trots toont Wilson ons de Boliviaanse “Copa del Mundo”, een enorm rotsblok waarin je inderdaad vrij gemakkelijk een enorme voetbalcup kunt onderscheiden. Natuurlijk word ik, als Nederlandse, er weer eens op aangesproken dat het Nederlandse voetbalteam niet naar Rusland gaat in 2018, hetgeen blijkbaar in hel Zuid-Amerika veel indruk heeft gemaakt. (En ik ben daar allerminst rouwig om....!). Hotsend en stotend gaat het verder en komen we bij het volgende rotsblok dat de fantasie van de Bolivianen heeft geprikkeld: onmiskenbaar kun je in de vreemdgevormde top de strakke kop van een adelaar herkennen, met name de kromgebogen snavel. Een fotomoment..... Onderweg zien we bij herhaling groepen llama’s, alpaca’s en vicuna’s, evenals een enkele woestijnhaas. Helaas geen puma... Het komt op mij verbazingwekkend over dat op deze hoogte zoveel flamingo’s hun heil zoeken. s’Nachs kan het hier namelijk erg koud zijn en bij mijn weten houden deze vogels van warmte. Daarbij is deze omgeving vergeven van zout en is er een enorme activiteit op mijngebied: gewonnen wordt o.a. sulfur, borax, koper. Met regelmaat passeren we kampementen, ver van de bewoonde wereld, waar de mijnwerkers hun    (tijdelijke) verblijfplaats hebben. De “Canyon del Inca” is zeker de moeite van een stop waard: diep beneden ons, tussen smalle kloven en scherpe, mooi gekleurde, rotsen ontwaar je een pad waar dus, volgens de overlevering, honderden jaren geleden Inca’s hun weg gingen: naar hun pueblo? Naar hun agrarische velden? Op jacht? Of op zoek naar de vijand? Op deze vragen geeft het verhaal helaas geen antwoord. Nog steeds vind ik het zeer bijzonder om me te bevinden op zulke historische gronden. Voordat we de dag afsluiten genieten we in Pueblo de San Augustin, klein en midden in de woestijn en zourvlaktes, bij een mini-kroeg van heerlijk koel Cerveza Artesenal de quinoa. Quinoa is namelijk een van de weinige producten die op deze hoogte en in deze droge omgeving kunnen gedijen en waar de Bolivianen zeer creatief mee omgaan.:bier, brood, salade en als warme groente heb ik mogen genieten van quinoa.  Gezond en lekker. Bier (alcohol) op grote hoogte geeft een extra licht gevoel in het hoofd en vrolijk tuffen we verder, op weg naar ons bed, in Pueblo de Samaricuna, 2.800 mrt. boven zeeniveau in hotel de Sal “Villa Candelaria”. Een vriendelijke, voloptueuze Boliviaanse heet ons welkom en toont ons met zichtbare trots de basic kamers: 2-persoons met eigen douche en toilet. Zeker een luxe in dit woestijngebied. Niet te geloven, het hele ho(s)tel is opgebouwd uit zoutblokken! De bedden, heel hoog, de muren, de vloeren, de trappen, alles. Bijzonder om hier te kunnen logeren. 

Voor dag en dauw gaan we op pad om de zonsopkomst vanaf Isla Incahuasi (Inca huis) te kunnen aanschouwen. Dit is een van de eilanden in de Salar de Uyuni, ontstaan door de eruptie van een vroegere vulkaan en dat nu als een rotspunt boven het zoutmeer uitsteekt. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 2 km2 en is begroeid met hoge cactussen, de trichocereus pasacana waarvan de hoogste wel 12 meter is. Het eiland is een toeristische trekpleister, wordt ook veel bezocht door kolibries die wel 40 km. vliegen om hier hun honing te komen halen. Op het eiland zijn ook fijne koraalachtige structuren te vinden, welke zijn ontstaan door fossielen en algen. Jammergenoeg is het niet helder waardoor voor ons de  beloofde pracht van een bijzondere zonsopkomst ijdele hoop blijft. Rijden over een van de grootste zoutvlaktes ter wereld van bijna 11.000 km2 is wel een onvergetelijke ervaring! Niets anders zien dan wit, wit en nog meer wit. Hier en daar is het oppervlak dun en is water zichtbaar. Structuren alsof het oppervlak bedekt is met tegels. In de verte hoopjes zout betekent zoutwinning. En dan het licht op deze onmetelijke vlakte: zonlicht dat er voor zorgt dat dit de grootste spiegel ter aarde is. Weerspiegeling ook in de lucht, helder blauw. Het maakt indruk op me, deze mooie natuur. Hier kun je je alleen op de wereld voelen, zodra je de blik van medereizigers afwendt, temeer daar het ook doodstil is. Genieten. Een prehistorisch meer van +/- 40.000 jaar geleden, het Minchinmeer, is in de loop der tijd opgedroogd. Er bleven 2 meren over, het Poopomeer en het Uru Urumeer en 2 enorme zoutvlaktes, de Salar de Uyuni en de Salar de Colpassa. Het Salar de Uyuni is +/- 11.000 km2 groot, bevindt zich in de Alto Plano van de Andes in Bolivia op een hoogte van 3.650 meter. Er wordt geschat dat het meer ongeveer 10 miljard ton zout herbergt, waarvan jaarlijks 25.000 ton wordt weggehaald. Het Museo del Sal laat zien dat al in het begin van de 20ste eeuw aandacht werd besteed aan toerisme. Eveneens helemaal opgebouwd uit zoutblokken, ook tafels en stoelen en bankjes. Zelfs evenbeelden van mens en dier zijn van zout. Uiteraard hoort het er bij: smaakt het ook zout? Nou en of! Erg zout zelfs! Buiten is een herinnering aan de Dakar-rally, welke dit gebied 2 keer heeft aangedaan, te zien. Uiteraard uit zout opgetrokken. Na nog een bezoek aan een grote artesanias-markt en het treinenkerkhof gaat het rap richting Uyuni. Nog een gezamenlijke lunch en dan afscheid. Ieder gaat weer zijns weegs. 

Een aardig weetje: ten  zuidwesten van  Uyuni ligt de plaats San Vincente waar, zoals verteld, Butch Cassidy en the Sundance Kid in een naamloos graf begraven liggen nadat ze tijdens een vuurgevecht met de politie om het leven kwamen in 1908.

In Uyuni heb ik geluk: ik arriveer juist op tijd bij de bus die mij naar Potosi zal brengen. 

Lieve groet, Aggie  

15 Reacties

  1. Carla:
    2 januari 2018
    Weer een mooi verhaal. Gelukkig nieuwjaar!
  2. Ina Fine:
    2 januari 2018
    I am absolutely thrilled to be reading your beautiful description of all these places.
    Are you going to publish it?
    Lots of love and have a great New Year full of travel.
  3. Jeannette de la parra:
    2 januari 2018
    Een heeeel gelukkig 2018 met weinig zout op je eitje! Wat beschrijf je het weer geweldig. Ik zie het helemaal voor me : bedankt!
  4. Marjel:
    2 januari 2018
    Alle goeds voor 2018, Aggie. Voorlopig zul je daar geen gebrek aan hebben, lijkt me; prachtige reis maak je!
  5. Lida en Kees. Schouten:
    2 januari 2018
    Aggie, zoals jij het beschrijft is het voor ons letterlijk meebeleven.
    Compliment hoor!
    Groetjes Lida en Kees.
  6. Edith:
    2 januari 2018
    Waar haal je de tijd vandaan zulke uitgebreide verslagen te schijven?, ik geniet ervan. Veel geluk in 2018
  7. Nanny:
    2 januari 2018
    Van mij nog en gezond en actief 2018.

    Ik ben erg nieuwsgierig naar je foto`s Aggie!
    Beelden zeggen nog meer dan woorden en die zijn al zo mooi.
    Liefs, Nanny
  8. Aafke:
    2 januari 2018
    Wat een mooi kleurrijk verhaal weer Aggie prachtig, uiteraard ook een mooi 2018 gewenst!
    Liefs
    Aafke
  9. Trudy Heldens:
    3 januari 2018
    Dag Aggie,
    Gelukkig en Gezond Nieuwjaar 2018!
    Met veel bewondering je reis verhaal gelezen, in een woord Prachtig! Blijf genieten .
    Groetjes, Trudy Heldens
  10. Atie:
    3 januari 2018
    Allereerst de beste wensen en gezond 2018.
    Weer met veel plezier je verhaal gelezen. Nog veel plezier en geniet ervan
  11. Lindavandijk:
    3 januari 2018
    Het blijft fascinerend om je verhalen te lezen, geweldig.

    linda
  12. Merijn:
    3 januari 2018
    Prachtig verhaal weer!
    Super leuk om uw ervaringen te volgen!
  13. Annemiek Van Dam:
    3 januari 2018
    Nou Aggie geweldig! we hoeven er niet meer heen op deze manier, of misschien toch omdat je ons wel nieuwsgierig maakt!
  14. John Hélène den Ouden:
    7 januari 2018
    Ha Aggie, wat een mooi verhaal weer. Hoe kan je ooit nog gaan wennen in ons kikkerlandje na al dit moos. Wat een belevenissen toch!
    Lieve groet, John Hélène
  15. Henny:
    13 januari 2018
    Hé Aggie, prachtig verhaal weer. Profite de toutes les belles choses qui croise ton chemin! Hier in Limburg zitten we alweer in de vasteloavessfeer. Wat een uitersten op de wereld.
    Alaaf,

    Henny