Eilanden in het Titicacameer.

9 december 2017 - Puno, Peru

Lieve mensen,

Langs de kant van de weg staat het nog op een gigantisch bord te lezen: snelweg nummer 1, rechtstreeks van de grens naar La Paz. Ook al is het inmiddels donker, door de speciaal aangebrachte verlichting is goed waar te nemen dat de weg in 2012 geopend en in gebruik genomen is. Het  geheel heeft een trotse uitstraling. Ook deze weg leidt ons grotendeels over de Altiplano, doch door de duisternis zal er weinig waar te nemen zijn buiten de vaak schaarse verlichting in de pueblo's. Straatverlichting in het buitengebied is kostbaar en een zeldzaamheid. Ik probeer te slapen, doch ondanks de slaaptablet lukt dat ook nu niet al te best. Het blijft bij dutten en af en toe de duisternis instaren. Voordeel is het meebeleven van het ochtendgloren, hetgeen immer weer mooie beelden oplevert. Verrassend is het zien "ontwaken" van La Paz, de hoogste hoofdstad ter wereld op ruim 3.600 meter. Deze miljoenenstad ligt in een natuurlijke canyon (kom), het laagste punt is +/- 370 meter lager dan de Altiplano. De hoogte biedt een fantastisch overzicht over de rondom liggende bergen die werkelijk "bedekt" lijken met een wirwar aan huizen, dicht op elkaar gebouwd. Hier en daar brandt licht en de stad komt tot leven. Terwijl in het oosten de zon voorzichtig haar eerste lichtstralen werpt over de stad, zijn in de verte de besneeuwde bergtoppen van meer dan 6.400 meter waar te nemen. Wat een contrast, fascinerend. Om aan La Paz voorbij te kunnen gaan, dalen we in hoog tempo de kom in om, na een korte pauze, aan de noordwestkant de weg al klimmend weer te vervolgen. Voorbij glijdt ook nu weer een ruig, onherbergzaam berglandschap, terwijl er in de dalen pueblo´s, omgeven door lieflijk groene weiden en bebost gebied, voor variatie zorgen. De weg leidt ons dwars over het Titicaca-meer, bijzonder om zo hoog over zo´n enorm meer te reizen, naar Copacabana.

Copacabana (Aymara: kota kahuana = meerzicht) is de grootste stad aan het Titicacameer, ligt tussen 2 heuvelruggen aan de zuidkust van het meer en heeft ongeveer 6.000 inwoners. Lange tijd is Copacabana een religieus mekka geweest en nog altijd komen er vele lokale en internationale pelgrims om de talrijke (religieuze) feesten en processies mee te vieren. Het bekendste gebouw in de stad is de basiliek, met vele mooie schilderingen en beelden uit de 17de en 18de eeuw en een atrium met 4 kapelletjes. Wie de stad en de vele toeristen wilt ontvluchten, vindt voldoende gelegenheid op de heuvels, zoals op El Calvaria.

Vanuit de haven van Copacabana vertrekken de boten naar Isla del Sol en Isla de la Luna in het Titicacameer. Nadat de rugzak in bewaring is gegeven in het hostel (prachtig uitzicht vanaf de heuvel op het meer) loop ik naar de haven voor een ontbijt en reservering voor de boot naar Isla del Sol. Het is nog vroeg. Toch staan er al lange rijen voor de steigers vanwaar de boten vertrekken. Men huldigt hier het gezegde: "Er gaan veel makke schapen in een ton", want de boot is afgeladen vol. Bij aankomst valt direkt de hoge stenen trap op, de Escalera del Inca. Deze is +/- 1 km. lang bij een stijging van 200 meter. Pittige klim over oude, door de Inca´s gelegde stenen (inmiddels gerestaureerd), langs mooi aangelegde terrasvormige tuinen. Ook kun je er voor kiezen om je door een ezel naar boven te laten brengen. Isla del Sol is vooral bekend om de vele waardevolle pre-Columbiaanse en Inca-ruïnes. Naar de Inca-legende is op dit eiland Inti, de Zonnegod der Inca´s geboren, een van de belangrijkste goden. Er zijn echter me erdere versies. Helaas zit het deze dag niet mee voor mij: last van mijn buik. Is het de hoogte of iets verkeerds gegeten en/ of gedronken bij het ontbijt? Of een combinatie van beiden? De top haal ik in ieder geval net niet en de geplande wandeling naar de andere kant van het eiland schiet er ook bij in. Jammer. Coca-thee smaakt dan zeker en kalmeert. Gelukkig kan ik in het hostel wachten op de taxi naar het busstation voor de bus naar Puno in Peru, een reis van bijna 5 uur.

Het Titicacameer is het hoogst bevaarbare (door commerciële scheepvaart) meer ter wereld op een hoogte van 3.812 meter boven de zeespiegel. Het ligt in de Andes op de grens van Bolivia en Peru, is het grootste meer (oppervlakte 8.340 km2) van zuid-Amerika met dieptes tot 280 meter. Het meer staat niet in open verbinding met de oceaan en het meeste rivierwater dat het meer binnenkomt verdwijnt door verdamping. Een klein gedeelte mondt uiteindelijk uit op de Salar de Uyuni en blijft er als zout achter. Doordat de rivieren nooit diep hebben kunnen inslijten ligt het westen van Bolivia en het zuidoosten van Peru op  een grote hoogvlakte, de Altiplano. In het meer liggen 90 man-made eilanden, waarvan enkele zeer dicht bevolkt zijn. Bekend zijn de Uros-eilanden (oorspronkelijk bedoeld als toevluchtsoord voor de Uros om de Inca´s en Collas te ontvluchten), rieteilanden van de Uros-indianen waarvan er ongeveer 40 bewoond zijn. Van de oorspronke-lijke Uros leven er nu nog circa 100 op de eilanden en zij onderhouden deze. Zij leven van vissen, jagen op vogels en hun vee graast op de grotere eilanden. Koken gebeurt d.m.v. een vuurtje op een hoopje stenen geplaatst en kleding wordt in het meer gewassen vanuit een bootje. Het riet groeit langs de oevers van het meer. Als de waterstand hoog is drijven de eilanden (floating islands) en zodra het riet aan de onderkant vergaat (al na enkele weken!) wordt er boven een nieuwe laag toegevoegd. Dit gebeurt door de bewoners bij toerbeurt, evenals andere gezamen-lijke activiteiten. De bewoners maken alles van riet: hun boten, huizen, huisraad en natuurlijk souvenirs. Zij leven voornamelijk van het toerisme. Bij aankomst met de boot worden we al zingend welkom geheten door de mooi uitgedoste dames van het  eiland. Wandelen over het rieteiland voelt bijzonder: het is alsof je op een waterbed loopt en het gaat erg wiebelig. Na uitleg over de bouw van hun huizen, school en leefgewoonten e.d. krijgen we bezichtiging van een huisje en kunnen we vragen stellen. Al gauw gaan zij over tot het aanbieden van artesania en hun prachtige zelfgemaakte kleding. Naar verluidt leven zij van deze inkomsten. Hun rijkdom bestaat vooral uit de vrijheid, de natuur en het behoud van hun eigen eeuwenoude cultuur. In wezen zijn de eilanden illegaal, hetgeen inhoudt dat zij niet kunnen rekenen op enige financiele tegemoetkoming van de regering die hen echter wel met rust laat. Een wonderlijk bestaan. Na nog een tocht over het meer op een rieten schip worden we weer zingend uitgeleide gedaan door de dames.

Naar Amantani (cirkelvormig eiland met een doorsnee van bijna 3,5 km. en +/- 4.500 inwoners) is een tocht van ongeveer 2,5 uur over dit enorme en bijzondere meer. Het water is intens blauw en rustig vanmorgen, ideaal om op dek van veel watervogels en zon te genieten. Ook op Amantani staan dames in hun prachtige rokken en geborduurde shawls en mannen in traditioneel kostuum ons op te wachten. Wij worden verdeeld in kleine groepen en gaan met een van de dames of heren mee naar huis (een aardige klim!) om er gast te zijn tot de volgende ochtend. Rosa maakt de lunch: quinoa, aardappelsoep, brood en gebakken kaas, heerlijk. Zij komt echter niet bij ons zitten, jammer, doch op de grond bij het houtfornuis. Intussen heeft zij wel gezelschap gekregen van haar moeder en zus. Wij spreken echter geen Quecha en zij slechts enkele woorden Spaans, dat is dus converseren met handen, voeten en geluid. Na de lunch gaan we met de rest van de groep (Bruno´s happy group....) aan de wandel: verder omhoog naar de top (ruim 4.000 meter, zo´n 340 meter boven het wateroppervlak van het meer) van Pachamama = Moeder Aarde (aan de overkant ligt Pachatata) om daar de tempels en de zonsondergang te bewonderen. De tempels zijn eens per jaar open, in januari, dan brengt de lokale bevolking offers. Volgens de traditie lopen ook wij 3 maal rond de tempel en doen een wens. Inderdaad is het een magnifieke ervaring: het is helder en vanaf de top hebben we een schitterend uitzicht over het meer en de vele veranderende kleuren van de ondergaande zon. Na de zonsondergang gaat het ook snel naar beneden, want het koelt hier flink af tot enkele graden boven nul. Bij Rosa staat inmiddels het avondeten op tafel, weer quinoa met aardappelen, soep en brood. En weer zit zij met zus, moeder en nog een dame op de grond bij het houtvuur. Daarna wacht ons een verrassing: we gaan naar een dansavond en worden door Rosa in een traditionele rok geholpen: een prachtige, lichtgekleurde, wijduitwaaierende onderrok en daar overheen een effen wollen (zelfgeweven) wijde rok en stevige, brede tailleband (tegen rugklachten!) met een met kleurrijke bloemen geborduurde shawl. Op het moment dat de traditioneel geklede band op hun traditionele instrumenten begint (hoofdzakelijk) traditionele muziek te spelen, worden de gasten de dansvloer opgetrokken. Veel meer dan ronddraaien en steppen  wordt blijkbaar niet verwacht. Dat is al geen gemakkelijke opgave op een hoogte van bijna 4.000 mtr! Geloof me! Blij toe als het tijd is om naar huis te gaan, in het aardedonker. Slapen doen we boven, douche nog in aanleg beneden; daar is ook het toilet. Op de slaapkamer staan, heus waar, nachtspiegels onder de bedden...... Mooi zo, want hoewel de hemel schitterend verlicht wordt door de maan en talloze sterren, zie ik het niet zitten om in het aardedonker naar beneden te gaan om te plassen. Dus op de pot! Na ontbijt met pannenkoekjes worden we door Rosa naar beneden gebracht en nemen we in het Quecha afscheid van elkaar.   

De tocht naar Taquile duurt slechts 30 minuten, doch is enerverend genoeg: het water is vandaag erg onrustig, hetgeen zeer hoge golven tot gevolg heeft. De kapitein, nu in traditionele kledij gestoken, want hij woont op Taquile, heeft moeite de boot op het water te houden. Spannend en af en toe ook angstig. Na het aanleggen gaan we, hoe verrassend, weer aan de wandel en ja, omhoog. Op het marktplein spreekt Bruno een tijd af en kunnen we rondkijken. Het uitzicht is ook hier weer prachtig. Geïnteresseerd kijk ik toe hoe een aankoop door mij verwerkt wordt in de boeken en hoeveel mannen daar aan te pas komen. Aan een andere tafel staat een lange rij mensen die hun spullen die zij te koop aanbieden komen brengen. Ook hier een schijnbaar eindeloos durend ritueel. Over burocratie gesproken...! Taquile is lang (5,5 km.), smal (1,6km.), heuvelachtig en heeft om en nabij 2.200 inwoners. Sinds 1970 is het eiland eigendom van de inwoners, een wereld op zichzelf. De Taquileñas regelen hun samenleving volgens gemeen-schappelijk collectivisme en naar de oude morele Inca-code: "ama sua, ama llulla en ama qhilla" (niet stelen, niet liegen en wees niet lui). Visserij en aardappelteelt zijn bronnen van inkomsten. Er zijn vrij veel Inca-ruïnes, vooral boven op de hoogste bergtop (iets meer dan 4.000mtr.) Op de berghellingen bevinden zich de agrarische terrassen, eveneens een overblijfsel uit de Inca-periode, waardoor het schaarse water optimaal gebruikt wordt in de landbouw. Vanaf de hellingen is er ook een mooi zicht op de witte, besneeuwde  Andes-bergtoppen in Bolivia. Taquile is vooral bekend om de handwerktraditie, die beschouwd wordt als een van de hoogste kwaliteit ter wereld. "Taquile en zijn handwerkkunst" zijn opgenomen in de "Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed der Mensheid" door Unesco. Vrouwen maken garen en weven, mannen breien. Om bij ons lunchadres te komen nemen we het kustpad, op en neer, ongeveer een uur. Dorstig van de wandeling, rondkijken in deze warmte, besluit ik om een traditioneel biertje te bestellen, hetgeen uitstekend smaakt bij de voortreffelijk klaargemaakte forel.

Na een uur of 3 arriveren wij weer in de haven van Puno. Van daaruit worden we met het busje naar het hotel gebracht, waar ik, moe van al het wandelen en nog wel steeds last heb van de hoogte, ondanks alle cocabladeren en muna-thee, een douche kan nemen en kan uitrusten voordat ik weer op pad ga met de nachtbus naar Cuzco.

Lieve groet, Aggie.

Foto’s

8 Reacties

  1. Jeannette de la parra:
    17 januari 2018
    Lieve Aggie,
    Wat een schitterende beschrijving van de eilanden! Knap van je al dat geklim. Ik heb weer genoten van je belevenissen en ben heel benieuwd naar het volgende verslag. Tot dan!
  2. Merijn:
    17 januari 2018
    Wat heeft u een geweldige reis! Super!
  3. Nathalie:
    17 januari 2018
    Dankjewel lieve Aggie voor je prachtige verhaal! ik zie het helemaal voor me . Zo fijn , ik heb de atlas er bij gepakt en zit te genieten van je verhalen hier in de Tilburgse spoorzone! Dikke knuffel en lieve groeten
  4. Pieter Barendse:
    17 januari 2018
    Ga je terug in de tijd: 9 december 2017?
    Bedankt voor je mooie reisverhaal.
    Kan je met dit resiverhalensysteem ook reageren op de vragen en reacties die je op je verhalen krijgt van je "volgers"?
  5. Edith:
    17 januari 2018
    fantastisch, hou vol, want ik begrijp dat het ondanks alle pracht en bijzondere belevenissen, afzien is. Veel plezier.
  6. Coby Wassenaar:
    17 januari 2018
    Ha die Aggie,
    Wat een bron van informatie. Prachtig wat een uitleg. Jij ziet nog eens wat van de wereld. Knap hoor Joe je het allemaal beschrijft. Je hebt toch wel zo’n mooie rok of sjaal gekocht. Nog heel veel plezier.
    Lieve groet Coby.
  7. Tien:
    18 januari 2018
    Leuk Ag om te lezen vooral omdat ik hier vorig jaar zelf ook ben geweest. Prachtig daar! Liefs Tien
  8. Trudy Heldens:
    18 januari 2018
    Dag Aggie,
    Weer een prachtige reis beschrijving.
    Hopelijk mag je wens uitkomen.
    Liefs Trudy.